OUD NIEUWS IS GOED NIEUWS
Het geschiedde in die dagen…
‘Het geschiedde in die dagen…’ Zo begint het verhaal dat ieder jaar met Kerstmis in ontelbaar veel kerken, op talloze plaatsen in de wereld wordt voorgelezen. Het zijn woorden waar je meestal overheen leest, maar die je nu niet kunt horen zonder te denken aan wat er in onze dagen geschiedt. De dagen waarin twee oorlogen woeden met een grote invloed op de wereldpolitiek, waarin het ene na het andere alarmerende klimaatrapport verschijnt, de kloof tussen arm en rijk blijft groeien en de polarisatie toeneemt.
We voelen ons speelbal van deze grote wereldgeschiedenis die onze levens overschaduwt.
Maar, zegt Lukas – de verteller van het kerstverhaal – deze grote geschiedenis die gemaakt wordt door koningen, keizers, presidenten en autocratische leiders is nog niet de meest wezenlijke. Het is niet de bijdrage aan de wereld zoals die bedoeld is. Er zijn, zegt Lukas, twee geschiedenissen. Er zijn de dagen van keizer Augustus die de hele wereld in beweging brengt omdat hij zijn bevolking wil tellen. Dan weet hij hoeveel mensen hij belasting kan laten betalen en hoeveel mannen er zijn die beschikbaar zijn voor zijn legers. Zoals in onze dagen een president een mobilisatie afkondigt omdat hij alle volwassen mannen nodig heeft voor zijn zinloze oorlog.
En er is een andere geschiedenis die nauwelijks zichtbaar is in de mensenmassa onderweg. Daarom focust Lukas op twee van hen: een man en een vrouw. Hij moet naar Bethlehem omdat hij uit het geslacht is van koning David. Zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger is, gaat met hem mee. ‘En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou.’
Kijk, zegt Lukas, nu zijn we waar we wezen moeten. We begonnen met de grote wereldgeschiedenis die onze kleine levens overschaduwt. Maar nu komen we bij die andere geschiedenis. Want behalve de dagen van keizer Augustus zijn er ook nog de dagen van het meisje Maria. De dagen waarin iets onooglijks, kleins en kwetsbaars ‘geschiedt’ midden in het grote wereldgebeuren. Je zou er zo overheen kijken, maar Lukas zoomt erop in. Want, zegt hij, dat is ook geschiedenis. Sterker nog, als het erop aankomt dan is dat de waarachtige, werkelijke geschiedenis. Je moet alleen wel goed kijken om het te kunnen zien, want wat geschiedt er nu eigenlijk in dat kleine, kwetsbare kind in die voederbak?
Lukas zal vertellen dat dit kind later zichzelf het liefst ‘mensenzoon’ noemt. Hij wil gewoon mensenkind heten, deelgenoot van mensen zijn. Hij doet geen greep naar de macht, ook niet als hij wordt opgepakt, vals beschuldigd en terechtgesteld. Hij lijdt en sterft zoals u en ik. Daardoor lijkt zijn verhaal een mislukte geschiedenis. En toch, zegt Lukas, geschiedt in zijn verhaal iets wat de wereld redt, iets wat mensen bevrijdt. Paradoxaal genoeg heeft dat juist met die kwetsbare menselijkheid te maken, met zachte krachten die overwinnen.
Het geschiedde in de dagen van het meisje Maria. En als we ons de ogen laten openen voor deze geschiedenis, dan zou het nog wel eens zo kunnen zijn dat we om ons heen gaan zien wat in onze wereld daarop ‘rijmt’: kleine verhalen die zich afspelen in de marge van de wereldgeschiedenis – en die toch van grote betekenis zijn. Verhalen over de menselijkheid van kleine daden die gek genoeg grootmacht en geweld kunnen overwinnen.